Sigur Rós: “Ágætis byrjun” (1999)

Cultklassieker

Tegenwoordig kijkt niemand er meer van op als Sigur Rós als headliner fungeert op een groot Europees festival, maar een kwarteeuw geleden moest het eigenlijk nog allemaal beginnen voor de nog jonge band. Met de release van hun tweede album Ágætis byrjun in juni 1999 en een tour als support act voor Radiohead in het najaar van 2000 zou daar echter snel verandering in komen: het IJslandse gezelschap breekt in het eigen continent helemaal door en starten ze hun gestage, maar zekere veroveringstocht van de rest van de wereld. Camino blikt terug op hoe Sigur Rós’ tweede album de band vanuit een mysterieuze underground katapulteerde tot één van de koplopers binnen de Europese post-rock.

Tot midden de jaren ’80 zou men het immer wat raadselachtige IJsland zelden geassocieerd hebben met popmuziek, laat staan een alternatieve rockscene. De door de jonge zangeres Björk Guðmundsdóttir aangevoerde band The Sugarcubes breken aan het eind van de jaren ’80 en het begin van de jaren ’90 als eerste band uit het noordelijke eiland internationaal door en (mede door een latere, succesvolle carrière van de frontvrouw) plaveien zo de weg voor meerdere, zeer uiteenlopende en in diverse genres grossierende IJslandse acts. Onder hen de in 1994 in Reykjavik opgerichte jonge band Sigur Rós, die niet lang na hun oprichting een contract tekenen bij het Bad Taste, een label dat gerund wordt door enkele leden van The Sugarcubes. Het trio brengt in juni 1997 hun debuutalbum Von uit, dat bol staat van donkere ambient en mede gekenmerkt wordt door de typische falsetstem van zanger/gitarist Jón Þór “Jónsi” Birgisson (of kortweg Jónsi) en de vreemde taal (een mix tussen IJslands en een zelfverzonnen taal) waarin hij zingt. Het album wordt een bescheiden succes in eigen land, maar blijft relatief onopgemerkt internationaal. In 1998 breidt de band uit tot een kwartet door de rekrutering van toetsenist Kjartan Sveinsson, tot op heden het enige bandlid met een muzikale scholing. Zijn aanwerving zal een markante invloed op het geluid van Sigur Rós uitoefenen en de wijze waarop hun latere werk gearrangeerd zal worden. Niet lang nadat Sveinsson toetreedt tot de band, starten ze de opnames van hun tweede album. Die plaat luidt een significante wending in Sigur Rós’ carrière in.

Sigur Rós’ tweede album wordt in juni 1999 met beperkte ambitie gereleaset bij Bad Taste onder de titel Ágætis byrjun (IJslands voor ‘een goed begin’) en aanvankelijk enkel in de Scandinavische landen (zie verder). Dat doen ze op de dag van release met een promotieconcert in het Opera House in Reykjavik. Qua sound is het een opvallende stijlbreuk ten aanzien van het debuut. De donkere ambient maakt hier meer plaats voor experimentele en sterk georkestreerde post-rock en elementen van shoegaze, gekenmerkt door een zeer specifiek, en met cellostrijkstokken bewerkt gitaargeluid. Voor de composities maakte de band enerzijds meer gebruik van traditionele rockinstrumenten, anderzijds van zeer specifieke opnametechnieken, zoals het veelvuldig gebruik van samples, backmastering en het palindromisch opnemen van zowel de gitaar- als de strijkerssnaren in de track Starálfur. Door die versterkte focus op opnemen in diverse takes en de arrangementen, duren de opnames van het album aanzienlijk langer dan aanvankelijk gepland: het hele proces (opnames, mixing) wordt pas in april 1999 afgerond, een half jaar later dan oorspronkelijk gepland.

Ondanks beperkte ambitie, promoot Sigur Rós het album met een nationale tour, waardoor het album in eigen land razendsnel aan populariteit wint. Als snel slaat de hype over richting de rest van Europa, zeker wanneer prominente namen binnen de muziek, zoals David Bowie en Radiohead zich uiten als fan. Met laatstgenoemde band onderneemt Sigur Rós in het najaar van 2000 een tournee doorheen het Europese vasteland. Kort daarvoor had de band een contract getekend met FatCat Records voor een wereldwijde uitgave van het album. Agætis byrjun verschijnt uiteindelijk in de rest van de wereld in augustus 2000, een release die hun reputatie pijlsnel de hoogte in katapulteert. Samen met bands als Mogwai, Godspeed You! Black Emperor en Explosions In The Sky groeit Sigur Rós in de daaropvolgende jaren uit tot één van de meest populaire post-rockbands, mede ondersteund door het radioprogramma Duyster, waar de band zich al jaren tot publiekslievelingen hebben ontpopt.

Plaats een reactie