Tindersticks: “Tindersticks” (1993)

Fantastische buitenbeentjes

Ik ben, ter voorbereiding van dit artikel, eens in het eigen archief van Camino Verdraait gedoken. En tot onzer scha en schande moeten we toegeven: we hadden nog nooit iets geschreven over Tindersticks, de geweldige Engelse band die sinds de eerste helft van de jaren ’90 een eigenzinnige koers waren, wars van alle trends binnen de alternatieve muziekscene. Dringend tijd voor eerherstel, dachten we bij onszelf. En is er een betere gelegenheid dan een terugblik op hun debuutalbum, dat dag op dag dertig jaar geleden op de mensheid werd losgelaten?

Stellen dat Tindersticks niet de alledaagse band is, is als een open deur intrappen. Vooreerst komen ze uit het niet al te exotische oord Nottingham, niet bepaald een plek die meteen rock & roll uitstraalt. Daarnaast zijn ze aanvankelijk met zes en bestaat hun instrumentarium naast de klassieke gitaren, bassen, keyboards en drums eveneens uit viool, vibrafoon en occasioneel uit diverse blazers. En met Stuart Staples beschikken ze evenmin over een doorsnee zanger/frontman, wiens diepe, nasale strot als geniaal of monotoon saai wordt beschouwd, afhankelijk van in welk kamp je je bevindt (een tussenweg lijkt er niet te zijn). Opgericht in 1992, komt het zestal echter snel op de radar van diverse platenlabels terecht door hun intense, vaak erg georkestreerde liveperformances. Het is uiteindelijk bij het kleine This Way Up dat de band begin 1993 hun eerste professionele contract tekent. De band begint in mei 1993 aan de opnames van hun debuutalbum in de Townhouse Studio in Londen. Ze roepen de hulp in van producer Ian Caple om het proces mee te ondersteunen.

Tindersticks’ titelloos debuutalbum verschijnt midden oktober 1993 bij This Way Up. En geheel in eigen stijl, is het geen alledaags debuutalbum: met maar liefst eenentwintig songs en een tijdsduur van ruim zevenenzeventig minuten, is het een stevige brok muziek als binnenkomer. Desondanks verveelt de plaat zelden, omdat het zestal een zeer variabel klankenpalet presenteert aan de luisteraar, waarbij de verschillende invloeden sterk in elkaar verweven zitten. Dat levert voornamelijk in de eerste helft van de plaat uitermate sterk songmateriaal op: opener Nectar, Blood, City Sickness, Patchwork, Piano Song en het naar Nick Cave & the Bad Seeds neigende Raindrops zijn mooie, uitgebalanceerde miniatuurtjes, in songs als Tyed (The Velvet Underground meets dark jazz), Whiskey & Water, Marbles, Milky Teeth, Jism en Tye-Die staat de spanningsboog dan weer voortdurend zeer strak gespannen, mogen de gitaren al eens wat harder piepen en de viool al wat scherper krassen. In Her gaat een flamencogitaar een paringsdans aan met invloeden uit surfmuziek en mariachi. En afsluiter The Not Knowing wordt netjes gearrangeerd met diverse blaasinstrumenten zoals hobo, fagot en klarinet. Die variatie in invloeden maakt van Tindersticks’ titelloos debuutalbum, ondanks de donkere ondertoon en de lengte, een zeer sterk en onderhoudend werkstuk.

Bij release in oktober 1993 wordt het album zeer goed onthaald, vooral in eigen land. Het befaamde Britse muziekmagazine Melody Maker benoemt het album eind 1993 zelfs als hun album van het jaar en ook NME is uiterst lovend over de plaat. De band zal het album in de zomer van 1994 uitgebreid promoten langs de alternatieve zomerfestivals, waaronder op Pukkelpop. Op dat moment is het zestal reeds bezig aan de opnames van een opvolger, die in april 1995 zal verschijnen.

Plaats een reactie