Mclusky: “The Difference Between Me and You Is That I’m Not On Fire” (2004)

Een magistrale mot op het bakkes

Soms zijn twee kort op elkaar volgende berichten haast te toevallig om waar te zijn. Kort nadat vorige week werd aangekondigd dat de fabuleuze Welshe lawaaimakers van Mclusky komende september hun langverwachte comeback zullen maken op een Belgisch podium tijdens Leffingeleuren, rolde de mededeling binnen dat de legendarische Steve Albini plots en onverwachts was overleden. In de eerste helft van de jaren ’00 zat Albini achter de knoppen bij twee van Mclusky’s drie albums, de geniale tandem Mclusky Do Dallas (2002) en The Difference Between Me and You Is That I’m Not On Fire (2004). Die laatste plaat viert vandaag zijn twintigste verjaardag. Camino blikt terug op hoe deze magistrale mot op het bakkes het hoogtepunt van de band uit Cardiff betekende, maar anderzijds hun einde inleidde.

Voor de opnames van hun uitstekend onthaalde tweede album Mclusky Do Dallas uit 2002, een plaat waarop Mclusky op grandioze wijze spijkerharde noise en post-hardcore koppelt aan een gezonde ‘neem ons maar niet al te serieus’- houding en een stevige portie sardonische en zwarte humor, had het trio een aantal maanden gewerkt in de befaamde Electrical Audio Studio van Steve Albini in Chicago. Zijn expertise in opnametechnieken tillen de sound van Mclusky naar een hoger niveau en onder zijn supervisie levert de band eveneens een betere verzameling songs af. Met succes: het album wordt een bescheiden succes in thuisland het Verenigd Koninkrijk en kan op uitstekende kritieken rekenen. Voor de band zelf was opnemen bij Albini meer dan een leerproces, het was een gerealiseerde jongensdroom die hen zo goed was bevallen, dat ze hem in 2003 opnieuw contacteren voor de opnames van hun derde album. Albini stemt toe en Mclusky trekt in december 2003 naar Chicago, alwaar ze tot begin februari 2004 aan de plaat werken. Niet lang daarvoor had de band nog de geweldige losse single There Ain’t No Fool In Ferguson gereleaset.

Mclusky’s derde (en voorlopig laatste, waarover later meer) album verschijnt midden mei 2004 bij het Londense onafhankelijke label Too Pure onder de geweldige titel The Difference Between Me and You Is That I’m Not On Fire. Qua stijl ligt het album in het verlengde van zijn voorganger. De band grossiert een dikke veertig minuten lang in spijkerharde noise en post-hardcore, doorspekt met sardonische en bij vlagen gitzwarte humor, een combinatie die op één of andere vreemde manier het geheel een lichte en verteerbare toets meegeeft. Hoogtepunten zijn legio, vanaf de hondsbrutale opener Without MSG I’m Nothing, de vooruitgeschoven single That Man Will Not Hang, het bedrieglijk lichtvoetige She Will Only Bring You Happiness (waarin het trio een toegankelijkere melodie kruist aan hilarische tekstflarden als Our old singer is a sex criminal), het heerlijk getitelde Your Children Are Waiting For You to Die, het halsbrekende toeren uitvoerende Icarus Smicarus, You Should Be Ashamed, Seamus, het amper twee minuten durende, maar magistraal opgebouwde Lucky Jim tot het grimmige 1956 and All That.

Net als zijn voorganger kan The Difference Between Me and You Is That I’m Not On Fire op uitstekende kritieken rekenen. Bij ons benoemt Humo het album zelfs als ‘de beste gitaarplaat post-Nirvana’. De band zal doorheen 2004 het album uitgebreid promoten in Europa, waaronder op Pukkelpop, alwaar ze met een memorabele passage een waar slagveld achterlaten aan één van de zijpodia. Ondanks die uitstekende liveconcerten, rommelt het echter al een tijdje binnen de band. Begin januari 2005 post zanger/gitarist Andrew Falkous op de officiële website een boodschap waarop hij de split van de band aankondigt. Een officiële reden wordt nooit bekend gemaakt, maar geruchten wijzen op zware meningsverschillen tussen Falkous en bassist John Chapple. Post- break up brengt Mclusky in 2006 nog de verzamelaar Mcluskyism uit en zal vooral Falkous nog bescheiden successen boeken met zijn nieuwe band Future Of The Left. Vanaf 2014 is de band opnieuw sporadisch actief met Falkous en drummer Jack Egglestone, maar op bas is Chapple inmiddels vervangen door door Damien Sayell. Vorig jaar bracht de band met de single Unpopular Parts Of a Pig voor het eerst in negentien jaar nieuw werk uit en momenteel zou het trio werken aan een nieuw album. Wij zijn nu al razend benieuwd. U hopelijk ook.

Plaats een reactie