Johnny Cash: “Amercian Recordings” (1994)

De wonderschone wedergeboorte van een artiest

De groten der aarde hebben allemaal al wel eens een dip in hun carrière moeten doorstaan om vervolgens vaak sterker en beter terug te keren. De revival die Johnny Cash, die voornamelijk tussen eind jaren ’50 en midden jaren ’70 naam en faam maakte als één van de vooraanstaande sterren binnen de countrymuziek, vanaf midden jaren ’90 te beurt viel, was echter één van de meest onverwachte en verrassende comebacks uit de geschiedenis van de moderne muziek. Die wonderschone wedergeboorte ving exact dertig jaar geleden aan met de release van zijn eenentachtigste album American Recordings, een album dat van Cash plots weer een gevierd artiest maakte.

Johnny Cash’s populariteit kende ongekende hoogten gedurende de jaren ’60, waarin hij succesvolle hits, albums en prijzen schijnbaar moeiteloos aan elkaar reeg. Vanaf midden de jaren ’70 stagneert zijn carrière echter zienderogen, in die mate dat hij in 1986 na een reeks geflopte albums gedropt wordt door Columbia Records. In een poging om zijn loopbaan opnieuw op de rails te krijgen, maakt hij zijn opwachting in een aantal televisiefilms in de VS en tekent hij een contract bij Mercury Records, maar ook dat wordt geen succes: Cash verlaat Mercury Records in 1991, waardoor hij voor het eerst in zijn carrière zonder contract achterblijft. Hij is begin jaren ’90 sporadisch als gastzanger te horen op albums van andere artiesten (zoals onder andere bij U2), maar de grote platenlabels lijken niet langer in hem geïnteresseerd. Cash krijgt echter een contract aangeboden door Rick Rubin, producer van voornamelijk baanbrekende hiphop- en metalartiesten en eigenaar van American Recordings (voorheen: Def American). Onder zijn supervisie als producer neemt Cash alleen met zijn gitaar in diverse sessies tussen mei en december 1993 een nieuw album op in Rubin’s huiskamer in Los Angeles. Het zal een keerpunt betekenen in zijn in het slop zittende carrière.

Het eenentachtigste album van Johnny Cash verschijnt eind april 1994 onder de titel American Recordings, naar het label waarop het wordt gereleaset. Voor het album neemt Cash twee van zijn eerder verschenen songs (opener en vooruitgeschoven single Delia’s Gone en een herwerking van de cowboy traditional Oh, Bury Me Not) opnieuw op, schrijft hij een aantal nieuwe nummers (die voornamelijk over het thema verlossing en bevrijding handelen, zoals Let the Train Blow the Whistle, Drive On, het magistrale Redemption en Like a Soldier) en brengt hij een aantal originele, en bij vlagen zelfs verrassende covers (waaronder The Beast in Me van Nick Lowe, Bird on a Wire van Leonard Cohen, Down There By the Train van Tom Waits, het tragikomische The Man Who Couldn’t Cry van Loudon Wainwright III en allicht het meest opvallend Thirteen van Glenn Danzig). Een deel van die covers werden vooraf geselecteerd door Rubin, met wederkerende goedkeuring van Cash zelf. De mooie zwart-wit coverfoto voor de plaat werd genomen in de buurt van Melbourne tijdens een bezoek van Cash aan Australië in 1993.

Het album wordt algeheel lovend onthaald door de (inter)nationale pers. Ondanks de eerder bescheiden eindnotering in de Billboard 200 (een 110e plaats), groeit American Recordings uit tot een onverwachts commercieel succes, met een een kwart miljoen verkochte exemplaren in de VS en 60 000 in het Verenigd Koninkrijk (aldaar goed voor zilver). In 1995 wint Cash de Grammy Award voor ‘Best Contemporary Folk Album’, zijn eerste internationale prijs in meer dan acht jaar. Het album zelf is het beginluik in een reeks van albums onder de American Records– noemer en tegelijk het startpunt van een ware revival in zijn populariteit, die aanhoudt tot aan zijn dood in 2003 (en ver daarna). Gedurende de jaren ’90 en begin ’00 vergaart Cash opnieuw naambekendheid bij een jonger publiek en vernieuwd commercieel succes. Hij wordt in de zomer van 1994 enthousiast onthaald op het befaamde Engelse Glastonbury Festival en werkt in de daaropvolgende jaren met succes samen met muzikanten van divers pluimage, zoals Tom Petty, Kim Tayil (Soundgarden), Krist Novoselic (Nirvana), Sean Kinney (Alice In Chains), Flea (Red Hot Chili Peppers), Sheryl Crow, Will Oldham en Nick Cave. Van een aantal onder hen zal hij eveneens originele coverversies opnemen.

Plaats een reactie